Executieve functies:lijk belemmeren.

Onder executieve functies verstaan we vaardigheden die we nodig hebben om tot leren te komen. Ze zorgen voor sturing en controle van gedrag. De executieve functies zijn nooit primaire logopedische behandeldoelen, maar gebrekkige executieve functies kunnen wel flink belemmerend werken bij o.a. de logopedielessen maar sowieso bij de totale leerontwikkeling.

Wat te denken van; vaak je spullen vergeten mee te brengen, je schriftje of toetsblaadje is weer zoek geraakt, je kamer is een bende, je stelt je huiswerk steeds uit, je doet uren over je huiswerk terwijl het eigenlijk 15 minuten werk is, je huiswerk is niet af, je bent weer niet aan oefenen toegekomen, je begint te laat aan je boekenbeurt of je topotoets, enz.. Voor ouders vaak energie-slurpende toestanden. Maar die vaardigheden zijn echt te oefenen!

Daarom brengen we ze, waar nodig, in kaart en proberen er vervolgens spelenderwijs toch aan te werken en ouders tips te geven hoe er thuis aan te werken. Het zijn er 11 en hieronder staan ze genoemd en uitgelegd.


1. Responsinhibitie

Hoe reageer je op een reactie van een ander? Kun je even pauze houden om na te denken hoe te reageren of een oordeel te vormen? Bij een goede responsinhibitie kun je je impulsen onder controle houden en eerst even nadenken voordat je wat zegt of doet. Bij de stoornis ADHD is deze functie het belangrijkste voor de zelfregulatie. Als je jezelf niet goed kunt reguleren kunnen de andere executieve functies ook niet tot ontwikkeling komen. Deze vaardigheid heeft dus invloed op de ontwikkeling van de rest van de Executieve functies!

 

2. Werkgeheugen

Het geheugen om informatie vast te houden op korte termijn en voor het uitvoeren van taken op de inhoud van deze opgeslagen informatie. De inhoud kan komen vanuit het korte termijn geheugen of het lange termijn geheugen. Je gebruikt het werkgeheugen dus echt om te werken bij complexe taken.

3. Emotie-regulatie

Als je je emoties kunt beheersen zodat je je doelen kunt bereiken, taken kunt volbrengen of je gedrag kunt controleren en aansturen dan is je emotie-regulatie goed ontwikkeld. Emotie-regulatie heb je nodig om om te kunnen gaan met onplezierige gevoelens als angst, frustratie en teleurstelling.

4. Volgehouden aandacht

Het vermogen om ondanks afleiding, vermoeidheid of verveling je te kunnen blijven richten op een situatie of taak en deze afmaken. Je kunt afleiding negeren of zo snel mogelijk weer doorgaan als je door iets of iemand gestoord wordt.

5. Taakinitiatie

Zonder uitstel met je werk of activiteiten beginnen, op tijd en op een efficiënte wijze. We hebben het hier niet over de taken die we willen doen maar alleen over de taken die we vervelend of saai vinden en waar we ons dus echt toe moeten zetten.

 

6. Planning/ Prioritering

Planning is een plan kunnen bedenken waarmee je je doelen kunt bereiken of een taak kunt voltooien. Bij het plannen moet je kunnen prioriteren; kunnen beslissen wat als eerste belangrijk is en wat kan wachten. Als je niet goed kunt prioriteren dan klopt je planning niet.

7. Organisatie

Een systeem kunnen bedenken en blijven gebruiken om belangrijke zaken te ordenen of bijhouden op efficiënte wijze.

8. Time-management

In kunnen schatten hoeveel tijd je hebt, hoe je deze het beste kunt besteden en hoe je met tijdsbeperkingen en deadlines moet omgaan. Een tijdgevoel is hierbij nodig.

9. Flexibiliteit

Plannen kunnen herzien bij obstakels, tegenslagen, nieuwe informatie of vergissingen. Je kunnen aanpassen aan veranderde omstandigheden. Er is een overlap tussen flexibiliteit en emotie-regulatie. Wanneer je moeite hebt om te schakelen van de ene naar de andere situatie en je niet flexibel hierin bent dan is het lastig om je emotie te reguleren.

 

10. Doelgericht gedrag

Dit is een van de laatste executieve functies die tot ontwikkeling komt. Doelgericht gedrag is het stellen van een doel en hierop af gaan zonder je te laten afleiden. Bij een verstoring van buitenaf, richt je je daarna meteen weer op je doel. Voor kinderen en volwassen werkt het motiverend om je einddoel in gedachten te hebben maar ook daarbij de korte termijn doelen. Zo zie je duidelijk je stappen richting je einddoel

 

11. Metacognitie

Metacognitie is over het algemeen het laatste uitontwikkeld. Bij deze hogere orde functies is er sprake van goede zelfmonitoring en zelfevaluatie: een stapje terug te doen om jezelf en de situatie waarin je je bevindt van een afstandje te bekijken. Hierdoor kun je waarnemen hoe je problemen oplost en achteraf de aanpak evalueren.